Proverbs 25

laat u niet het hoofd op hol brengen door dat heerlijke eten, want weelde is maar al te verlokkelijk.
1Doe geen moeite rijk te worden, u kunt uw gaven beter voor iets anders gebruiken.
2Staar u niet blind op rijkdom, die in feite niets voorstelt. Rijkdom is ook maar vergankelijk. Zoals een vogel opvliegt, kan het weer verdwijnen.
3Eet niet bij een vrekkig en jaloers mens, staar u niet blind op al zijn heerlijke eten.
4Hij houdt zijn gedachten voor zichzelf en al nodigt hij u vriendelijk uit, in zijn hart meent hij dat niet.
5U zou er spijt van krijgen dat u daar gegeten hebt en uw vriendelijke woorden zouden zijn verspild.
6Praat niet tegen een dwaas, want hij heeft geen enkele waardering voor de wijsheid van uw woorden.
7Houd u aan de morele grenzen die al van oudsher gelden en blijf van de bezittingen van wezen af.
8Want God, hun Verlosser, is sterk, Hij zal hen tegen u in bescherming nemen.
9Open uw hart voor wijze lessen en spits uw oren als er verstandig wordt gesproken.
10Aarzel niet een jongen te straffen, van een pak slaag gaat hij echt niet dood.
11Door hem af en toe te straffen kunt u hem voor de ondergang behoeden.
12Mijn zoon! Reken maar dat ik blij ben als ik zie dat je je verstandig gedraagt.
13Als ik je oprechte dingen hoor zeggen, zindert de blijdschap door mij heen.
14Wind je niet op over zondaars, leef voortdurend in eerbiedig ontzag voor de Here.
15Want je kunt er zeker van zijn dat je een beloning wacht, je komt niet bedrogen uit als je op God vertrouwt.
16Luister goed, mijn jongen! Wees verstandig en richt je volledig op Gods wil voor je leven.
17Houd je afzijdig van drinkebroers en veelvraten,
18want dat soort mensen staat armoede te wachten, hun roes brengt hen tot de bedelstaf.
19Luister naar je vader die je heeft verwekt, en kijk niet op je moeder neer, wanneer zij oud geworden is.
20Maak je de waarheid eigen tot elke prijs en houd haar, koste wat het kost, vast. Hetzelfde geldt voor wijsheid, onderwijzing en verstand.
21Een rechtvaardige zoon doet zijn vader enorm veel plezier. Wie een wijze zoon krijgt, mag blij en dankbaar zijn.
22Maak je vader blij en ook je moeder die jou ter wereld bracht.
23Mijn zoon, stel je hart voor mij open en let goed op hoe ik leef.
24Want een hoer is een diepe, verraderlijke gracht, en een vrouw die niet van jou is, is een smalle put waaruit geen ontsnapping mogelijk is.
25Als een rover loert zij rond en zij is de oorzaak dat velen God ontrouw worden.
26Wie klagen steen en been? Wie maken doorlopend ruzie en raken zonder reden verwond? Wie bekijken de wereld door roodomrande ogen?
27Dat zijn de mensen die zich tot in de kleine uurtjes te buiten gaan aan wijn en sterkedrank.
28Verlang niet naar de wijn, die rood fonkelt en heerlijk geurt in de beker, die drinkt wel heel gemakkelijk,
Copyright information for NldHTB